De eerste hapjes van je baby zijn een bijzonder moment. Maar wanneer is je kindje er echt klaar voor? En hoe pak je die overstap van melk naar vaste voeding het best aan? In deze blog leggen we het stap voor stap uit.
Wanneer mag je starten met vaste voeding?
Volgens Kind en Gezin is het ideale moment om met vaste voeding te beginnen tussen 4 en 6 maanden. Eerder is het spijsverteringsstelsel van je baby er meestal nog niet klaar voor. Wacht je langer dan 6 maanden, dan kan je kindje bepaalde smaken, structuren en voedingsstoffen mislopen.
Let vooral op de signalen dat je baby er klaar voor is:
– Je baby kan rechtop zitten met wat steun
– Hij of zij toont interesse in eten (bijvoorbeeld kijken naar jouw bord)
– Je kindje maakt kauwbewegingen of sabbelt veel
– De tongreflex om voeding uit het mondje te duwen is verdwenen
Wat geef je als eerste hapjes?
Begin met zachte smaken en structuren. Groentepapjes zijn ideaal: gestoomde wortel, courgette of pastinaak zijn licht verteerbaar en niet te zoet. Geef eerst een groente, daarna eventueel fruit, zodat je kindje niet enkel zoete smaken leert waarderen.
Pureer of prak de voeding tot een glad papje zonder stukjes. Met de zachte soft tip lepeltjes van Dr. Brownās kun je je baby op een veilige en comfortabele manier leren eten ā de lepel is speciaal ontworpen voor gevoelige mondjes.
Hoe bouw je het op?
Start met ƩƩn eetmoment per dag, bijvoorbeeld tussen twee melkvoedingen in. Begin met een paar lepeltjes, en bouw het geleidelijk op. Forceer niets: als je baby protesteert, probeer het dan gewoon een andere dag opnieuw.
Vanaf 6 maanden kun je langzaam uitbreiden naar twee vaste eetmomenten per dag, naast borstvoeding of flesvoeding. Melk blijft in deze fase nog steeds de belangrijkste voedingsbron.
Zin om te experimenteren? De silicone feeder van Dr. Brownās laat je baby kennismaken met nieuwe smaken op een veilige manier. Je stopt er stukjes zacht fruit of gekookte groenten in, zodat je kindje al kan sabbelen en proeven zonder zich te verslikken.
Tips voor een vlotte start
– Zorg voor een rustige omgeving zonder afleiding.
– Geef zelf het goede voorbeeld en eet samen met je baby.
– Blijf altijd in de buurt tijdens het eten.
– Geef niet te snel op: het kan even duren voor je baby een nieuwe smaak accepteert.
– Houd rekening met mogelijke allergieĆ«n: introduceer nieuwe voedingsmiddelen ƩƩn per ƩƩn.
Tot slot
Elke baby ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Vaste voeding introduceren is geen wedstrijd ā het gaat erom dat je kindje op een positieve manier leert eten. Met een beetje geduld, liefde en de juiste hulpmiddelen maak je van elke maaltijd een fijn moment. En voor je het weet, zit je baby vrolijk te smullen aan tafel!






